Close

Koranverzen zijn geen wiskundesommen Interview over ‘Adam of Aap?’


Hoe kijk je naar de wereld en naar God? En welke plek neemt wetenschap hierin in? Zijn religie en wetenschap met elkaar in conflict of juist wél te combineren? In de zesdaagse cursus Islam en Wetenschap – ‘Adam of Aap?’ gaan docenten Arnold Yasin Mol en Kamel Essabane hier dieper op in, en met verrassende inzichten. ‘Je kunt niet zeggen: hier is hoe DE Islam aankijkt tegen het ontstaan van leven en de schepping van de aarde en de kosmos, simpelweg omdat er meerdere visies zijn. Dat weten veel moslims niet.’

Wat bedoelen we met religie en wat bedoelen we met wetenschap? Alles begint met een heldere afbakening van deze twee begrippen, legt docent Arnold Yasin Mol uit. “We staan in de eerste bijeenkomst uitgebreid stil bij de verschillende definities van wetenschap en religie. Als men praat over conflict of harmonie tussen deze twee moet er goed nagedacht worden over wat men precies bedoelt. Islamitische theologen namen de wereld als vertrekpunt voor het bewijs dat God bestaat, maar ook wat de vereisten zijn voor een rationeel acceptabele religie. Met andere woorden: Hoe de wereld is, dat gebruik je naar hoe je naar religie kijkt.”

De cursus hanteert vier modellen die het verband tussen religie en wetenschap beschrijven, van conflictueus tot harmonieus. Maar verwacht van deze cursus van Fahm instituut geen voorkeur voor het een of ander. “We laten het aan de cursisten welk model zij geloofwaardig vinden. Soms zie je dat cursisten van mening veranderen, maar dat is niet het doel van deze bijeenkomsten. Het doel is dat cursisten zich bewust worden van hun eigen overtuiging en dat zij kennis verkrijgen over de verschillende mogelijkheden.”

Verrassende ontdekkingen

Hij ziet het vaak gebeuren, cursisten die zowat van hun stoel vallen van verbazing omdat ze in de cursus ‘Adam of Aap?’ voor het eerst kennismaken met meerdere visies en interpretaties van theologische kwesties zoals de schepping van de mens.

Plus nog een verrassende ontdekking: de Islam heeft veel gemeen met het Christendom waar het gaat om het scheppingsverhaal. “De Islam en het Christendom zijn de enige religies die God zien als aparte entiteit. Andere religies zien God altijd in relatie tot de wereld. In de ‘Ilm Kalam (klassieke theologie) is het wereldbeeld als volgt: de wereld kan niet vanzelfsprekend bestaan, ofwel de wereld is afhankelijk. Dat bewijst dat de wereld een Schepper nodig heeft, maar ook dat de Schepper radicaal anders is dan de schepping.”

Wie het scheppingsverhaal in de Koran en Bijbel leest, ziet naast de overeenkomsten ook een duidelijk verschil: de Koran is minder verhalend dan de Bijbel. Ook vinden moslims niet alle aspecten aannemelijk, bijvoorbeeld het rusten van God op de zevende dag. “De christelijke theologie begrijpt die rust op een metaforische manier, maar de Islam wijst enige verwijzing naar rust, letterlijk of metaforisch af, in Koran vers 2:255. Doordat God totaal niet te vergelijken is met de schepping (Koran 42:11) betekent ook dat men het scheppingsverhaal in de Koran waarin God praat met de schepping (41:11) en de mens vormt met Zijn handen (38:75) niet letterlijk kan begrijpen. Gods wil werkt in en via de natuur, maar Zijn precieze handelen is niet te begrijpen want dan zou God direct aanwijsbaar zijn in de schepping zoals de zwaartekracht. En daarmee zou God niet meer onvergelijkbaar zijn, Hij verliest dan Zijn transcendentie”, legt Mol uit.

 

Griekse en Perzische filosofie als basis

Wie de schepping leert kennen, kan ook God leren kennen, zo luidde de algemeen heersende opvatting in de klassieke Islam. “Wie terug wil naar de oorsprong van leven, moet zich realiseren dat de Griekse en Perzische wetenschappen ten grondslag liggen aan de Islamitische kennis, legt Mol uit. “De klassieke Islam pikte het Griekse en Perzische wereldbeeld op en borduurde daarop voort. Neem astronomie (sterrenkunde):

de moslims ontdekten dat de kaarten van de Grieken waarop de stand van de sterren stond getekend, niet meer klopten. En zo gingen zij ermee aan de slag. Voor Arabieren betekende astronomie dat zij konden kijken naar hoe systematisch en rationeel God alles heeft geschapen. Zij verbonden die rationele kennis aan de religie, op filosofisch vlak, maar ook heel praktisch: denk maar aan de gebedstijden en de stand van de maan bij het ingaan van de nieuwe maand.”

De Arabieren blonken uit in astronomie (sterrenkunde), mede doordat astrologie (leer van de invloed die de stand van de sterren op je leven heeft als voorspellende factor) verboden is in de islam, verklaart Mol. “Door deze vakinhoudelijke scheiding keken Arabieren op een natuurkundige manier naar de sterren, en daarin was voor bijgeloof geen plaats. Hierdoor waren de Arabieren in staat de sterrenkunde naar een hoog niveau te brengen.”

Adam uit klei geschapen

In de cursus ‘Adam of Aap?’ gaat Mol, samen met docent Kamel Essabane ook dieper in op hoe de klassieke Islam naar de wereld keek en welke definitie zij hanteerde van leven op aarde. “Ook hier waren de fundamenten al gelegd door de Grieken en Perzen. Zij hadden uitgewerkte theorieën over het ontstaan van leven. De laagste soort van bestaan, namelijk modder, transformeerde zich tot de soorten planten en dieren, en zo werd ook de schepping uit klei op een soort evolutionaire manier begrepen. Alle levende wezens zijn uit modder (zand en water) geschapen en ontwikkelden zich van materie naar soort, en daarna verder via voortplanting.

Ook de Koran spreekt over Adam die uit klei is geschapen, maar tegelijkertijd geeft de klassieke Islam aan dat dit een lang proces was. En het lichaam was dan gevormd uit klei, en wanneer het klei zich op een natuurlijke manier transformeerde naar vlees en botten was het klaar om de ziel te huisvesten. De mens ontwikkelde zich op een natuurlijke manier uit modder, zoals alle andere levensvormen (71:14-17). Sommige moslimgeleerden, zoals de 9e eeuwse al-Jahiz, geloofden ook in een evolutie van soort naar soort en dat de mens uit de aap voortkwam. Om het simpel uit te leggen: de klassieke Islam geloofde dat God in alle atomen een soort programma heeft ingebouwd. Die bovennatuurlijkheid zit er dus al in. Alles heeft een ingebouwd programma die naar een specifiek einddoel werkt, een teleologie. Dan rijst natuurlijk de vraag: wie heeft het programma dan ingebracht? Dat is God. De structurele evolutie van de schepping wordt gezien als het bewijs voor het bestaan van God. Maar let wel: wat bestaat, hoeft niet perfect te zijn, want alleen God is perfect.”

Desalniettemin is er over het scheppingsverhaal niet heel veel met 100% zekerheid te zeggen, omdat de Koran niet zo gedetailleerd is als de Bijbel, legt Mol uit. “De Koran is veel abstracter. De reden dat de Bijbel en Thora wel een completer plaatje schetsen, is omdat geleerden door de eeuwen heen verschillende teksten hebben opgenomen in de geschriften waardoor er een sluitend verhaal kon ontstaan.”

Moslims en Darwin

Maar hoe zit het dan met Darwins evolutietheorie? Mol: “De idee van evolutie was niet nieuw. Wat nieuw was, was dat hij het mechanisme van het hoe en waarom toevoegde. Darwins theorie is technisch niet in conflict met de klassieke Islam. Maar op de discussies die in de 20ste en 21ste eeuw zijn gevoerd, zijn de moslims niet goed voorbereid. Daardoor hebben moslims veel christelijke argumenten overgenomen.”

De pijn van christenen en moslims ten aanzien van Darwin zit ‘m in het niet kunnen accepteren dat de mens misschien wel niet de speciale schepping is, meent Mol. “Als je afstamt van een lagere soort dan doet dat iets met je zelfbeeld. Maar in de Islam is er altijd ruimte geweest voor een opvatting die mensen in dezelfde lijn plaatst als dieren. De Koran plaatst de mens bij de kruipende dieren en al het leven dat uit water is geschapen (21:30/24:45).”

Wat onderscheid mens van dier? “Intelligentie en ethisch handelen. De klassieke Islam geloofde dat alles een eigen ziel had, maar van andere niveaus. Ibn Khaldun stelde dat de mens op de hoogste trede staat, met onder hem de chimpansee. Wat zegt hij hiermee? Mens en dier bevinden zich kennelijk wel op dezelfde trap. Hiermee raak je aan een ander punt. De Koran, in tegenstelling tot de Bijbel, stelt dat de mens niet de centrale reden is dat de wereld is geschapen. Alles in de wereld is wel geschapen op een manier dat een hoge soort, zoals de mens, er gebruik van kan maken (2:29), maar ook wij kunnen vervangen worden met een andere soort (56:61/76:28). En wij zijn niet automatisch de enige hoge levensvorm in het universum (42:29). God is immers de Almachtige.”

De Koran vraagt om nadenken

De manier waarop veel moslims tegenwoordig de Koran lezen is heel zwart- wit, zo signaleert Mol. “Veel cursisten zijn zich niet bewust van de veelheid aan interpretaties. In de klassieke Islam had je die veelheid nog wel. Die pluriformiteit is essentieel om een beter begrip te krijgen van de teksten in de Koran. Die teksten laten ook ruimte voor interpretaties, aangezien ze vaak niet éénduidig zijn.”

Waar de klassieke Islam uitblonk in de verscheidenheid aan opvattingen, namen in de 20ste en 21ste eeuw de neo-traditionalisten de overhand. “In het Wahabi en Salafi discours wordt grosso modo liever de nadruk gelegd op (vaak zwakke) historische tradities dan op kritische rationele kennis. Mede hierdoor is de meervoudige interpretatie grotendeels verloren gegaan, legt Mol uit. “In de klassieke Islam schreef een geleerde de belangrijkste meningen op die er op dat moment bestonden en al dan niet voegde hij er zijn eigen mening aan toe. Zo kreeg je een rijke verzameling waar je naar eer en geweten uit kon putten. Dat deed natuurlijk een beroep op je eigen reflectievermogen. Er zat ook een eerlijkheid in dat het om ‘meningen’ ging en een nederigheidsbesef dat eerlijk was in het feit dat een mens niet ‘de waarheid’ kan bezitten.”

“Wat je nu ziet, is dat er maar één mening wordt gepropageerd, als de enige juiste. Daar treedt een verlies op. Wat ik in onze cursus probeer uit te leggen, is dat Koranverzen geen wiskundesommen zijn die slechts één uitkomst hebben. De Koran vraagt moslims om na te denken, onafhankelijk, individueel én in gezamenlijkheid. Daar is soms durf voor nodig. Als je onze cursus volgt, ga je schrikken, op een goede manier natuurlijk, van de rijkdom die ergens along the way voor velen is zoek geraakt. Als wij daar maar iets van kunnen terugbrengen, ben ik tevreden.”

De cursus Islam en Wetenschap – Adam of Aap? bestaat uit zes avonden waarin je diepere inzichten opdoet over de relatie tussen Islamitsche traditie en de moderne wetenschap. De volgende vijf onderwerpen worden in Adam of Aap? behandeld:

  1. Religie en wetenschap
  2. Schepping universum
  3. Schepping leven
  4. Evolutie
  5. Ziel en moderne wetenschap

cursus, interview, islam en wetenschap, islamitische filosofie, islamitische theologie, koran