Close

Tafsir al-Maturidi over Surat al-Qadr (S.97): Vertaling en uitleg


Geschreven door: Arnold Yasin Mol Tags:

Hieronder volgt de vertaling en analyse van Al-Maturidi’s exegese van soera 97 Al-Qadr door Arnold Yasin Mol.

{ إِنَّا أَنزَلْنَاهُ فِي لَيْلَةِ ٱلْقَدْرِ }

97:1 Wij hebben hem neergezonden (’anzalnāhu) in de nacht van de beslissing/bepaling (Laylati al-Qadr).

{ وَمَآ أَدْرَاكَ مَا لَيْلَةُ ٱلْقَدْرِ }

97:2 En hoe kom jij te weten (’adrāka) wat de nacht van de beslissing is?

{ لَيْلَةُ ٱلْقَدْرِ خَيْرٌ مِّنْ أَلْفِ شَهْرٍ }

97:3 De nacht van de beslissing is beter (khīr) dan duizend maanden.

{ تَنَزَّلُ ٱلْمَلاَئِكَةُ وَٱلرُّوحُ فِيهَا بِإِذْنِ رَبِّهِم مِّن كُلِّ أَمْرٍ }

97:4 De engelen en de geest (al-Rūh) dalen (tanazzalu) erin neer met toestemming van hun Heer voor elke beschikking/bevel (min kulli ’amr).

{ سَلاَمٌ هِيَ حَتَّىٰ مَطْلَعِ ٱلْفَجْرِ }

97:5 Vol vrede (salām) is hij tot aan de opkomst (matla‘i) van de dageraad.

Mekkaans5. {97:1} De mensen van Ta’wīl zeggen: Dat Hij zegt {Wij hebben hem neergezonden}, betekende: de Qur’an.6 En van dit wordt verkregen dat het betekent: al-Salām wat later in de sūrah genoemd wordt, tot Hij zegt: {voor elke beschikking vol vrede}. Dus wat wordt gezegd is: Hij heeft de Qur’an in Laylah al-Qadr neergezonden. Dit wordt op verschillende manieren (mukhtalifūn) begrepen:

Sommigen zeggen7: De Qur’an was compleet (jumlah) neergezonden8 tot de laagste hemel (samā’ al-Dunyā) van de Lawh al-Mahfūẓ in deze nacht, en is in de maand Ramadan, want Hij zegt {De maand Ramadan is wanneer Hij de Qur’an heeft neergezonden (Q.2:185)}, betekende: Hij heeft het van de Lawh al-Mahfūẓ neergezonden, daarna naar de laagste hemel op de Boodschapper van God (saws) in aparte gedeeltes bij bepaalde nood (Qadr al-Hājah) voor het bevelen (’amr) en verbieden, het toegestane en het verbodene (al-Halāl wa al-Harām), het corrigerende, en al dat nodig is.9

Sommigen zeggen: Dat het daarentegen is neergezonden van de Lawh al-Mahfūẓ in deze nacht van waarde (al-Muqadār) waarvan het tot hem komt wat nodig is voor al het geadresseerde publiek, daarna wordt het neergezonden op de Boodschapper van God (saws) in aparte gedeeltes, en God weet het.

Daarna worden wij niet geïnformeerd wat deze nacht zo speciaal (al-Fadīlah) maakt. Omdat er speciale aanbidding erin wordt gemaakt10, Hij test de schepping via het vervullen van het verlangen en ontwikkeling, of het is speciaal in zijn positie qua het testen van de engelen en hun verantwoordelijkheden van het nederzenden daarin en de aanbidding op aarde, en het neerzenden van de Qur’an en soortgelijke11, of voor de wijsheid en betekent dat de speciaalheid niet tevoorschijn komt (lam yutala‘a) in die enkele betekenis.12 En voor zeker zijn er bepaalde posities [in tijd of plek] die specialer zijn voor aanbidding, zoals genoemd is: ”Een enkel gebed in de Masjid al-Harām is gelijk aan 100.000 gebeden ergens anders, en een enkel gebed in een moskee is gelijk aan 100 gebeden ergens anders behalve de Masjid al-Harām.“ En God de Verhevene zegt {en dat de moskeeën (Q.72:18)} specifieke gebieden zijn specialer dan anderen, omdat er aanbidding in hen wordt gedaan.13 Opdat het de mogelijkheid is dat sommige tijden speciaal zijn vergeleken met anderen, omdat er aanbidding in wordt gemaakt, omdat deze posities duidelijk zijn, maar de speciale tijden zijn niet duidelijk, waardoor het nodig is dat deze tijden duidelijk worden gemaakt14, en zo is het—God weet het— dat als het wordt verduidelijkt via tekens (’ashīr), want er is geen provisies (mu’wnah) noodzakelijk (talzam) voor het zoeken.15 Omdat het het behoudt dat het tijdsmoment en de nacht specifiek zijn. Betreffende de positie (al-Makān) van de noodzakelijke provisies in het bereiken van die positie, en op dat het er uit laat wat niet een tijdsmoment verduidelijkt van het verlaten van de Rūh van de mens bij zijn sterven, wanneer het manifesteert, en informeert over het einde van zijn leven, waarvan het [i.e. zijn leven] gevuld werd met grote zonde en rebellerie (ma‘siyyah), die vredig is in de laatste gedeeltes [van zijn leven] en dan spijt heeft. Dus het [het tijdsmoment van de dood of Laylah al-Qadr] manifesteert niet, voor het voortzetten op angst en waarschuwing en hoop. Op dat is er geen manifestatie deze nacht, vanwege de noodzakelijkheid voor de manifestatie van alle nachten, voor mensen om de andere nachten ook te vieren, en God weet het.16

Dan is de vraag over dat de Qur’an is neergezonden in die nacht is bewezen in Zijn spreken {Ha Miem, bij het duidelijke Boek, Wij hebben het in een gezegende nacht neergezonden, Wij hebben steeds gewaarschuwd (Q.44:1-3)} en dat gaat over Laylat al-Qadr en verklaart het. Dan zegt Hij {En hoe kom jij te weten wat de nacht van de beslissing is? (Q.97:2)}, dit heeft twee aspecten: Ten eerste, Hij zegt: Jij weet pas totdat Hij jou het laat weten; zoals in Zijn spreken {Dat behoort tot de mededelingen over het verborgene die Wij aan jou openbaren en die jij noch jouw volk van tevoren kenden. Wees dan geduldig; het [goede] uiteinde komt de godvrezenden toe. (Q.11:49)} en dat is wat er wordt verkregen van Zijn spreken {en hoe kom jij te weten} voor de verheerlijking en bewondering van het, en God weet het. En het wordt gezegd: Het neerzenden van dit vers is met de betekenis van geruststelling (al-Taslī), het geeft deze nacht onderscheid en de daden in het, dan verklaart het zijn speciaalheid met {De nacht van de beslissing is beter dan duizend maanden. (Q.97:3)}, waarover meningsverschil (ikhtilaf) is: Sommigen zeggen dat de Profeet (saws) de Bani Umayyad op zijn minbar zag, daarom werd het slecht (sā’ahu), en daarna werd [heel sūrah al-Qadr] (Q.97:1-6) geopenbaard, betekende: Duizend maanden zal het [de minbar i.e. de kalifaat] na jou bezet worden door de Bani Umayyad, O Mohammed (saws)!17 En sommigen zeggen: De daden in het zijn even goed als in een 1000 maanden, en het wordt ook gezegd dat de Boodschapper van God (saws) naar zijn metgezellen een man van de Banī Isra’īl noemde die voor 1000 maanden jihād op de weg van God deed, en dat was heel machtig voor hen. En toen openbaarde de Verhevene {97:3}, betekende: de daden hierin zijn zo goed als de jihād van die man in 1000 maanden.18 En hieruit wordt verkregen dat 1000 maanden wordt genoemd als een vorm van metafoor (al-Tamthīl)19 en is niet bedoeld als een tijdstandaard. Betekende: beter dan een 1000 maanden en meer, omdat een bepaalde kwantiteit (al-Taqdīr) bedoeld is ter demonstratie van een essentiële hoeveelheid, en ter demonstratie dat iets het onderscheid en benadrukt. Dus het is niet de bedoeling om de hoeveelheid te beperken, en is zoals Zijn spreken {Vraag om vergeving voor hen of vraag niet om vergeving voor hen. Al vraag jij zeventig maal om vergeving voor hen, God zal hun niet vergeven. (9:80)} op deze manier bedoelt.

Dan is er ook meningsverschil over de benaming van Laylah al-Qadr. Sommigen zeggen: Een nacht van gebod (al-Hukm) en beveling (al-Qadā’), in het wordt geboden en bevolen wat Hij wilt dat is in dat jaar dan komende (al-‘ām al-Maqbul).20 Zoals in Zijn spreken {waarin iedere wijze beschikking afzonderlijk wordt beslist (al-Hakīm) (44:4)}. Of het wordt zo genoemd omdat deze nacht bedoeld is voor bepaling (qadr) en rankschikking (manzilah) met God de Verhevene, want iets groots is beschreven met Qadr en Manzilah. En ook de naam Laylah al-Mubārakah21, omdat het is geopenbaard erin met zegeningen en barmhartigheid van God de Verhevene voor Zijn schepping. Of het is Mubārakah vanwege de vele werken in het zoals aanbidding.

En de Machtige en Majestueze zegt {97:4}. Sommigen zeggen dat de Rūh hier Gabriel (as) is, zoals de Verhevene Zijn spreken {en daarmee is de betrouwbare Rūh neergedaald (26:193)}. En sommigen zeggen: de engelen verantwoordelijk over de schepping, zoals de engelen verantwoordelijkheid met de nakomelingen van Adam (Banī Adam). En het is mogelijk dat de Rūh hier barmhartigheid (al-Rahmah) is, betekende: de engelen worden nedergezonden met barmhartigheid. Over de naam Mubārakah via wat is neergezonden in het van zegeningen. Dan is er meningsverschil over Zijn spreken. Sommigen zeggen: betekende dat in deze nacht de engelen en de Rūh neer worden gezonden. En het wordt gezegd over {in het}, betekende: in de engelen. En de Machtige en Majesteuze zegt {met toestemming van hun Heer}, betekende: zij dalen neer via het bevel van hun Heer. En de Machtige en Majesteuze zegt {voor elk bevel vrede}22, sommigen zeggen: betekende via alle bevelen is het bepaald in dat jaar op aarde23, en zoals al-Qatabi zegt: {voor elk bevel vrede}, betekende via alle vredige bevel. En het wordt gezegd: via alle bevel regelt God het, betekende, de engelen weten niet wat God de Verhevene voor hen heeft bepaald, behalve wat God aan hun doorgeeft.24 En de Machtige en Majesteuze zegt {vrede is}, het wordt gezegd: de engelen worden neergezonden via hun vleugels met vrede, barmhartigheid en vergeving van God de Verhevene. En sommigen zeggen: betekende het is een veilige nacht want het brengt geen kwaad (sharr) voort en Satan wordt niet gestuurd (yurasul) in het tot zonsopgang.25 En sommigen zeggen: het is vrede van de engelen, betekende, de vrede van de engelen op alle gelovigen. En sommigen zeggen {voor elk bevel vrede} betekende, van alle soorten plagen en afflictie is men veilig. En het wordt genoemd in de Verhevene Zijn spreken {Hij heeft een gevolg voor en achter zich die hem op Gods bevel bewaken. (13:11)}, zoals gezegd door sommigen: zij beschermen tegen de straf (‘adhāb) van God. En sommigen zeggen: zij beschermen via het bevel van God de Verhevene, en dat wordt eruit verkregen. En met Zijn spreken {97:4-5} zijn er twee aspecten. En Hij zei {tot aan de opkomst van de dageraad} van waaruit wordt verkregen, betekende dat de zegeningen die genoemd worden er zijn tot zonsopkomst. En wat eruit wordt verkregen is dat de engelen op aarde zijn tot aan zonsopkomst, en het is overgeleverd van Ibn ‘Abbās (ra) dat hij het reciteerde als {voor elk bevel vrede}, en hij zei: betekende de engelen.

Dan zeggen sommigen: er is een meningsverschil over de overleveringen van de Profeet (saws) in Laylah al-Qadr wanneer het is. En er is ook meningsverschil onder de Sahabāh (ra) over het: het is overgeleverd van ‘Abd Allah bin ’Anīs over de Profeet (saws), hij zei: ”Zoek in de laatste 10, en zoek het in alle oneven [dagen].“ En het is overgeleverd door ‘Abd Allah ibn Mas‘ūd (ra) dat hij zei: De Boodschapper van God (saws) zei: ”Een nacht in de 19e van Ramadan, en de 21e nacht, en de 23e nacht.“ En het is overgeleverd door ibn ‘Umar (ra) over de Profeet (saws) dat hij zei: ”Zij zoeken Laylat al-Qadr in de 7 laatsten.“ En het is overgeleverd dat het in de 27e is, en door ‘Abd Allah ibn ‘Umar dat: De Profeet (saws) werd bevraagd over Laylah al-Qadr, en ik luisterde, en hij zei: ”Het is in heel (kulli) de Ramadan.“ [..] Het is een nacht als de 27e of de 29e, behalve dat wat is overgeleverd door Tawātir26 van de Boodschapper van God (saws) in dat Hij ons informeert via een teken (bi-lishārah)27, en dat ernaar toe gezocht wordt, hoe het ook gezocht wordt in de nachten. En op dit aspect die uit de overgeleverde tradities komen zonder afwijzing, want het is allemaal  authentiek-overgeleverd (sahīh) . Het is in de Sunna soms sommige nachten, in de andere Sunna andere nachten, en in een andere Sunna de laatste 10 van de Ramadan, en in een Sunna de 10 middelste,  en in een Sunna de eerste 10.28 En God weet door waarheid. 

Surat ul-qadr