Wees Geduldig, maar onderga geen Onrecht

Share:

In de islam wordt ‘geduld’ gezien als een van de belangrijkste eigenschappen van een moslim. In de Koran komen woorden als ‘geduld’, ‘geduldig’, ‘volharding’ of ‘volhardend’ voor in maar liefst 77 verzen.1 Het Arabische woord voor ‘geduld’ is sabr. Het is afkomstig van het werkwoord sabara, dat ‘zijn geduld bewaren’, ‘geduldig zijn’, ‘volhouden’ of ‘verdragen’ betekent.2 En As-Sabur, de Geduldige, is een van de 99 schone namen (al-asmaa’ ul-husna) van Allah. Het meeste geduld zien we dan ook bij Allah zelf, zoals de profeet Mohammed (vzmh) verteld heeft: “Niemand heeft meer geduld bij lijden dat hem ter ore komt dan Allah. Want iemand pleegt shirk ten opzichte van Hem en toch schenkt Hij hem kinderen, waarna Hij ze gezond laat opgroeien en hen in hun levensonderhoud voorziet.” (Bukhari en Muslim).3 “Geduld is een schone zaak”, zeggen we hier in Nederland vaak. Dat is zeker het geval, maar vooral bij vrouwen kan (te veel) geduld zich ook wel eens tegen hen keren, zoals dit artikel ook zal laten zien.

Volgens het Van Dale woordenboek is geduld het ‘vermogen om rustig af te wachten’.4 Geduld impliceert dus in elk geval kalmte, maar vanuit de islam gezien is geduld nog meer; namelijk tevredenheid met en dankbaarheid voor alles wat je van Allah krijgt en wat Hij voor jou bepaald heeft. Een hadith (overlevering van de profeet Mohammed, vzmh) die veelvuldig genoemd wordt in islamitische teksten over geduld, is de volgende: “Hoe wonderlijk is het geval van de gelovige; er is goeds voor hem in alles en dit is bij niemand anders het geval dan bij de gelovige. Wanneer hij iets aangenaams ervaart, uit hij zijn dankbaarheid tegenover Allah, en dat is goed voor hem; wanneer hij tegenslag ervaart, heeft hij er geduld mee, en dat is goed voor hem.” (Muslim)5

Daadwerkelijk geduldig zijn impliceert dat je het leven zoals zich dat aan jou voordoet, erkent en accepteert als de wil van Allah, zoals de Profeet heeft laten zien: “Wees je bewust van Allah, dan zal je Hem voor je vinden. Zorg dat je Allah kent als het je goed gaat; dan zal Hij je kennen bij tegenspoed. Weet dat wat aan jou voorbij is gegaan, jou ook niet moest overkomen en dat wat er met jou is gebeurd, niet aan jou voorbij kon gaan. En weet dat de overwinning met geduld samengaat, vreugde met droefenis en verlichting met moeilijkheden.”6 In de Koran wordt trouwens enkele keren het woord ‘mooi’ aan het woord ‘geduldig’ gekoppeld, bijvoorbeeld in onderstaand vers: “Wees dus maar mooi geduldig en volhardend.” (Soera Al-Ma’aaridj, 70:5)7

Wat kan hier met ‘mooi’ bedoeld worden? Amr Khaled geeft de volgende uitleg: “Mooi geduld is geduld zonder ontevredenheid, zonder onrust, zonder benauwdheid, zonder weerstand. Het is geduld met de tong en vanuit het hart tegelijk en niet zoals wij het vaak aantreffen! Je hoort uit iemands mond worden van tevredenheid, maar het hart zegt in feite: ‘Waarom, O Heer?’. Wie nu zijn hart met zijn tong in overeenstemming brengt, dat is de geduldige met mooi geduld. Van het gezicht van zo’n geduldige straalt tevredenheid af (…).”8

Geduld in verschillende betekenissen en situaties

Geduld hebben of geduldig zijn, kan verschillende betekenissen hebben, onder andere afhankelijk van de situatie waarin iemand verkeert. Geduldig zijn kan bijvoorbeeld de betekenis hebben van ‘rustig afwachten’ of ‘je kalmte bewaren’ als er iets vervelends of ongemakkelijks gebeurt. Maar geduldig zijn kan ook betekenen: ‘volhouden’, ‘doorzetten’ of ‘niet opgeven’ in tijden van moeilijkheden of tegenslag. En bij echte crisissituaties kan geduldig zijn de betekenis krijgen van ‘verdragen’, ‘volharden’ of ‘doorstaan’.

Ibn Abbas heeft gezegd: “De Koran vertelt ons over drie soorten geduld. Geduld bij het nakomen van de verplichtingen die Allah heeft voorgeschreven; dit heeft driehonderd graden. Geduld in het mijden van de verboden die Allah heeft opgelegd; dit heeft zeshonderd graden. En geduld bij de eerste schok na een ramp heeft negenhonderd graden.”9 Dezelfde driedeling van situaties waarin geduld nodig is, vinden we bij de bekende islamgeleerde Ibn al-Qayyim (1292-1350): geduld in het aanbidden van Allah, geduld in het zich onthouden van slechte daden en geduld in tijden van beproeving en tegenspoed.10

Een andere grote geleerde uit de islamitische geschiedenis, Mohammed al-Ghazali (1058-1111), geeft echter een iets andere indeling van geduld in drie soorten situaties:11

– Geduld bij zaken waarin de mens een keuze heeft: daden van gehoorzaamheid en ongehoorzaamheid, bijvoorbeeld het gebed of het betalen van zakaat (verplichte armenbelasting). Geduld opbrengen bij dit soort daden kan moeilijk zijn voor de mens, omdat eigenschappen als luiheid of gierigheid hem hierbij parten kunnen spelen.

– Geduld bij zaken die je als mens niet kunt voorkomen, maar waarbij je wel de afkeer ervan kunt voorkomen. Als iemand jou bijvoorbeeld benadeelt of schade toebrengt, dan kun je geduldig zijn door af te zien van wraak. Al-Ghazali verwijst hierbij naar het volgende Koranvers: “En als jullie bestraffen, bestraft dan evenals jullie zijn bestraft. Maar als jullie geduldig volharden, dan is dat beter voor hen die geduldig volharden.” (Soera an-Nahl, 16:126)

En hij vermeldt een uitspraak van de profeet Mohammed (vzmh): “Wees aardig tegen degene die jou hard behandelt, geef aan degene die jou tekort doet, en vergeef hem die jou onrecht aandoet.”12

– Geduld bij zaken waar de mens geen keuze over heeft: het verlies van een dierbare, vernietiging van bezit, verlies van gezondheid, enz. Hoe kun je in deze situatie geduld hebben? Volgens al-Ghazali moet je dan “(…) tevreden zijn met dat wat vooraf voor jou bepaald is, de gewone gang van zaken volhouden en geloven dat datgene wat van je afgenomen is, iets was dat tijdelijk aan jou was toevertrouwd en nu is teruggehaald.”13

Streven naar geduld

Voor elk mens is het van belang om naar geduld te streven. Daarvoor is een zekere mate van inspanning nodig; geduld is namelijk niet iets dat vanzelf komt, maar waarvoor wij de hulp van Allah nodig hebben. In de Koran staat daarover: “Volhard geduldig. Jouw geduld komt slechts met Gods hulp. (…)” (Soera an-Naml, 16:127)

Ibn Kathir heeft in zijn tafsir (Koranuitleg) van dit vers aangegeven dat dit betekent “dat geduld alleen verkregen kan worden met de wil, hulp, beschikking en macht van Allah”.14 En de profeet Mohammed (vzmh) heeft verteld dat geduld een geschenk van Allah is: “Wie geduld zoekt, Allah zal hem geduld geven. Niemand kan een gave verkrijgen die beter en meer allesomvattend is dan geduld.” (Bukhari en Muslim)15 Ook heeft hij gezegd: “Degene die probeert geduldig te zijn, zal door Allah geholpen worden om geduldig te zijn.” (Ahmad)16

Geduld is bovendien niet iets waar elke moslim alleen voor zichzelf naar zou moeten streven, maar ook voor andere mensen. De Koran laat zien dat het belangrijk is dat gelovigen elkaar onderling aansporen tot geduld: “En verder, dat hij behoort tot hen die geloven, die elkaar tot volharding aanmanen en die elkaar tot barmhartigheid aanmanen.” (Soera al-Balad, 90:17)

“In de naam van God, de Erbarmer, de Barmhartige. Bij de namiddag! Zeker, de mens lijdt echt verlies. Alleen niet zij die geloven en de deugdelijke daden doen, die elkaar aanmanen tot de waarheid en die elkaar aanmanen tot volharding.” (Soera al-‘Asr, 103)

Ibn Kathir verwijst bij zijn uitleg van soera al-‘Asr naar al-Tabarani, die Abdullah bin Hisn Abi Madinah citeerde: “Als twee van de metgezellen van de boodschapper van Allah (vzmh) elkaar ontmoetten, gingen ze niet uit elkaar totdat de één voor de ander soera al-‘Asr gereciteerd had, en de één voor de ander de vredesgroet gegeven had.17

Beloning voor geduld

De beloning van Allah voor mensen die geduldig zijn, is enorm groot. Zo staat in verschillende Koranverzen: “God is met hen die geduldig volharden”.18 Volgens Ibn al-Qayyim gaat het hierbij om “een speciale ‘kameraadschap’ (ma’iyyah) wat betekent dat Hij hen beschermt, steunt, kennis over hen heeft en over hen waakt.”19 Geduldige mensen weten God tijdens hun leven dus altijd aan hun zijde.

Maar geduld wordt ook beloond in het Hiernamaals. De profeet Mohammed (vzmh) bezocht eens een zieke man en toen de Profeet hem vroeg hoe het met hem was, zei de man: “O Boodschapper van Allah, ik heb al gedurende zeven dagen mijn ogen niet dicht gedaan.” De Profeet vertelde hem: “Heb geduld, mijn broeder, want als je dat doet zal jij verlost worden van je slechte daden, net zo gemakkelijk als je ze verkreeg.”20 De Profeet heeft ook verteld: “Allah de Verhevene zegt: ‘Ik heb geen andere beloning dan het paradijs voor een gelovige dienaar van Mij die geduldig blijft wanneer ik een van zijn geliefden wegneem van de bewoners van de wereld’.” (Bukhari)21 In de Koran kunnen we bovendien lezen: “Maar zo zijn zij die geduldig zijn en de deugdelijke daden doen niet; zij zijn het voor wie vergeving is en een groot loon.” (Soera Hoed, 11:11)

“Zeg: ‘Mijn dienaren, die gelovig zijn! Vreest jullie Heer. Voor hen die in dit tegenwoordige leven goed doen is er iets goeds en Gods aarde is wijd. Maar aan hen die geduldig volharden zal hun volle loon gegeven worden, zonder afrekening’.” (Soera az-Zoemar, 39:10)

Al-Ghazali heeft over vers 39:10 gezegd: “Dit laat zien dat elk offer een vastgestelde beloning heeft, behalve geduld, want dat wordt eindeloos beloond.”22 Ook volgens Ibn Kathir zal de beloning voor geduld oneindig zijn, want hij citeert bij zijn uitleg van dit vers al-‘Awza’i, die heeft gezegd: “Hun beloning zal niet gewogen of gemeten worden, maar zal immens zijn.”23 Amr Khaled gaat eveneens in op de betekenis van dit Koranvers, en komt tot de conclusie dat geduld de enige verdienste is waarvan de beloning niet bekend is: “Wij weten bijvoorbeeld dat we voor goede daden met een tienvoud ervan beloond worden. En voor de uitgaven die we doen aan de armen zevenhonderd maal. Maar voor geduld is de beloning zonder berekening (dus ontelbaar).”24

Misbruik van het begrip ‘geduld’

Helaas is dat mooie begrip ‘geduld’ iets dat in de moslimgemeenschap ook nogal eens misbruikt wordt tegen vrouwen, namelijk om vrouwen aan te sporen zich neer te leggen bij onrechtvaardige of onderdrukkende situaties. Dat bleek bijvoorbeeld in 2003 tijdens het symposium Overgave en Verzet van moslimvrouwenorganisatie Al Nisa en een aantal andere organisaties. In dit symposium over huiselijk geweld kwam geduld vaak aan de orde, bijvoorbeeld in het persoonlijke verhaal van Leyla, een vrouw die vijftien jaar slachtoffer was geweest van geweld door haar partner. Nadat ze bij hem was weggegaan, haalde haar moeder Leyla steeds over om terug te gaan omdat “ze als goede moslimvrouw geduldig moest zijn en haar lot moest aanvaarden.” Ook in verschillende workshops kwam dit onderwerp ter sprake, namelijk als een van de hardnekkige (foute) aannames in islamitische gemeenschappen: “Als een vrouw huiselijk geweld al bespreekt, dan wordt haar vaak geadviseerd geduld te hebben. Ook een imam zal dit in veel gevallen adviseren.

Volgens de Islam dient men geduldig te zijn. Wat de mensen echter dienen te weten is dat geduld (sabr) opgaat voor rechtvaardige zaken en niet voor onrechtvaardige zaken zoals huiselijk geweld.” En: “veel vrouwen denken dat alles wel goed zal komen als zij maar geduld tonen.”25

Maimunah van der Heide, oprichtster van de stichting Vangnet (een plek waar moslimmeiden hun verhaal kwijt kunnen en advies en steun kunnen krijgen), bevestigt deze negatieve rol van sabr bij het in stand houden van vrouwenmishandeling en -onderdrukking: “Maar sommige aspecten van de islam kunnen de onderdrukking van of het geweld tegen vrouwen verzwaren of in stand houden. Zo is ‘geduld’ een belangrijke waarde in de islam. Moslimvrouwen die te maken hebben met partnergeweld, horen vaak van hun familie dat zij hun lot met geduld moeten dragen en dat zij daarvoor beloond zullen worden in het hiernamaals.”26

Ook door ‘hulpverleners’ kan het begrip worden misbruikt. In Marokko bijvoorbeeld worden vrouwen die bij de politie aangifte gaan doen van mishandeling, vaak naar huis gestuurd met het advies dat ze wat meer geduld moeten hebben met hun echtgenoot.27 En de soms (bedoeld of onbedoeld) kwalijke rol van imams of andere religieuze leiders blijkt uit de volgende uitspraak van Somaya Abdullah over huiselijk geweld onder moslims in Zuid-Afrika: “Religieuze leiders benadrukken ook het islamitische principe van sabr (geduld) om moslims aan te moedigen problemen het hoofd te bieden. Hun benadering leidt ertoe dat veel vrouwen problemen tolereren, omdat ze denken dat dat een religieuze plicht is, net zolang totdat ze het niet meer aan kunnen, zoals in het geval van een vrouw die vertelde veertien jaar problemen met haar man verdragen te hebben, voordat ze hulp ging zoeken.”28

Onderga geen onrecht

Het begrip sabr kan echter ook gebruikt worden om moslimvrouwen te ondersteunen bij het zoeken van een uitweg uit hun problemen. Dat doet bijvoorbeeld Birsen Taspinar, een psychologe van Turkse afkomst, die woonachtig is in België en daar in de raad van bestuur van het Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen zit. Zij houdt zich onder andere bezig met huwelijksproblemen, en gebruik daarbij het concept sabr heel veel om de denkbeelden van vrouwen te veranderen: “Ik zeg altijd dat er verschillende soorten geduld zijn. Geduld is zwijgen, ondergaan of wachten, maar geduld is ook doorzetten en voor iets vechten. Geduld heeft verschillende gezichten en verschillende functies. (…) De vrouw denkt dat geduld steeds dezelfde betekenis heeft. Als je zwijgt zeg je heel veel, maar je moet weten hoe de ander het interpreteert. Het kan zijn dat geduld geen positief effect heeft. De man kan zo de boodschap krijgen dat je de situatie aanvaardt. Maar als je zwijgt en daardoor de man wakker schudt, dan is dat een positief geduld.”29

Ook Maimunah van der Heide roept vrouwen op om, daar waar sprake is van geweld of mishandeling, anders om te gaan met het begrip ‘geduld’: “In de Koran staat echter ook dat iedereen het recht heeft om zich te verzetten tegen onrecht. Het antwoord op dit onrecht mag dus niet geduld zijn, het geweld moet zo snel mogelijk stoppen.”30 Zij verwijst hierbij naar een aantal Koranverzen:

“Maar zij die weerstand bieden nadat hun onrecht is aangedaan, hen kan men niets verwijten. Wel kan men hen iets verwijten die de mensen onrecht aandoen en die zich zonder enig recht op de aarde onrechtmatig gedragen; zij zijn het voor wie er een pijnlijke bestraffing is.” (Soera as-Sjoera, 42:41-42)

Dat we, als individu en als gemeenschap, over onrecht niet mogen zwijgen, blijkt bovendien uit de volgende uitspraak van Allah: “God houdt er niet van dat openlijk over het slechte gesproken wordt, behalve als aan iemand onrecht is aangedaan. God is horend en wetend.” (Soera an-Nisaa’, 4:148)

Maar Allah laat zich nog stelliger uit over het belang van het bestrijden van onrecht. Uit de onderstaande Koranverzen kun je namelijk afleiden dat ‘je verweren tegen onrecht dat je wordt aangedaan’ niet alleen als een kenmerk van ware gelovigen, maar zelfs als een plicht van elke moslim kan worden beschouwd: “Maar niet zij die geloven, de deugdelijke daden doen en God veelvuldig gedenken en die zich verweren nadat hun onrecht is aangedaan.” (Soera as-Sjoe’araa, 26:227)

“..onderga geen onrecht” (Soera al-Baqara,2:279). Dus wees geduldig, maar onderga geen onrecht!

Noten

  1. Gebruikte Koranvertaling: De Koran. Een weergave van de betekenis van de Arabische tekst in het Nederlands door Fred Leemhuis. Het Wereldvenster, 4e druk, Houten, 1990.
  2. Commissie Lexicografische Vertaalvoorzieningen, Woordenboek Arabisch-Nederlands. Uitgeverij Bulaaq, Amsterdam, 2003, p. 505.
  3. Amr Khaled, Geduld en Tact. Editie Arabesques, Enschede, 2004, p. 29. Shirk is het toeschrijven van partners aan Allah, ofwel polytheïsme.
  4. Zie: http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=geduld&lang=nn (gezien 26 november 2014).
  5. Tuinen der Oprechten. Een selectieve vertaling van Riyaad as-Saalihien van Imam an-Nawawie. Islamitisch Cultureel Centrum Nederland (ICCN), 2e druk, Den Haag, 2000, p. 27.
  6. An-Nawawî, Veertig Hadîs. International Islamic Federation of Student Organizations, Al Faisal Press, Kuwait, 1989, p. 68-70.
  7. Zie ook soera Joesoef (12:18 en 12:83).
  8. Khaled (2004), p. 34.
  9. Sa’eed Hawwa, Selected Writings On Purifying the Soul. Dar Al-Salam for Printing, Publishing, Distribution and Translation, Cairo, z.j., p. 459.
  10. Ibn Al-Qajjim, Geduld en Dankbaarheid. Uitgeverij Noer, Delft, 2005, p. 39-42.
  11. Hawwa, p. 453-460.
  12. Hawwa, p. 458.
  13. Hawwa, p. 460.
  14. Tafsir Ibn Kathir (Abridged), Darussalam, Riyadh, 2003, Volume 5, p. 547.
  15. Tuinen der Oprechten (2000), p. 27.
  16. Ibn Al-Qajjim (2005), p. 28.
  17. Ibn Kathir (2003), Volume 10, p. 583.
  18. Zie de Koranverzen 2:153, 2:249, 8:46 en 8:66.
  19. Ibn Al-Qajjim (2005), p. 19.
  20. Ibn Al-Qajjim (2005), p. 97.
  21. Tuinen der Oprechten (2000), p. 28.
  22. Hawwa, p. 447.
  23. Ibn Kathir (2003), Volume 8, p. 369.
  24. Khaled (2004), p. 15.
  25. Verslag van het landelijk symposium ‘Overgave en Verzet’, 13 december 2003. Ihsan, Islamitisch instituut voor maatschappelijke activering, ‘s-Hertogenbosch, 2004, p. 9, 18 en 20.
  26. Maimunah van der Heide, ‘En sla haar’ [Koran 4:34]. Op: http://www.compassion-in-islam.com/artikelen/Sla_haar.pdf (gezien 26 november 2014).
  27. Michel Hoebink, Grotere openheid over huiselijk geweld in Marokko, 22 juni 2007. Op: www.wereldomroep.nl/actua/regio/afrika/geweld_marr.vrouwen_20070622 (gezien 18 mei 2009).
  28. Somaya Abdullah, The Shari’ah and the Secular: Shifting Paradigms in Muslim Personal Law in Post-Apartheid South Africa and Prospects for Democratic Change, 2006. Op: www.karamah.org/docs/Article-June%202007.pdf (gezien 18 mei 2009).
  29. Samira Bendadi, Dolle Amina’s. Feminisme in de Arabische wereld. Meulenhoff/Manteau, Amsterdam/Antwerpen, 2008, p. 238.
  30. Van der Heide, ‘En sla haar’ [Koran 4:34].